God komt tot leven als de dood zijn intrede doet. Dit heb ik bij diverse uitvaarten zien gebeuren.
Waar het geloof in het leven van alledag vaak naar de achtergrond schuift en men er niet mee bezig is, verandert dat regelmatig in de periode rondom het afscheid. In de loop van de week lijkt soms het geloof in God opnieuw geboren te worden. Het geloof wordt afgestoft en in een nieuw licht gezet.
Ik kijk er niet meer van op en weet dat als er diep van binnen een geloof aanwezig is, dat het dan weer naar boven komt.
Ik vraag er bij de vormgeving van het afscheid als ritueelbegeleider daarom niet bewust naar en stimuleer het ook als het aanwezig is. In de zin dat ik er ruimte voor wil maken in het afscheid, voor de mensen die daar behoefte aan hebben. Dat kan overigens per persoon verschillen binnen een familie.
Daarom denk ik met de families mee hoe ze hun geloof vorm kunnen geven. Gesprekken over het geloof zijn vaak de mooiste gesprekken, die gaan over wat er werkelijk toe doet in het leven.
Er zijn vele wegen naar Rome en er zijn vele manieren waarop je uiting aan het geloof kan geven.
Zelf ben ik niet belijdend gelovig of gelovig opgevoed. Toch geloof ik wel degelijk dat er meer is. Dat er een Bron is en dat we allemaal onderdeel zijn van een groter geheel en iets goddelijks in ons dragen, waar we goed voor moeten zorgen. Ik geloof dat er iets groters is dat ons verbindt en dat verder rijkt dan de grenzen van ons aardse bewustzijn kunnen bevatten.
Sommige mensen praten over God, Allah of Brahma en een ander spreekt over een grote universele liefde waardoor we gedragen worden.
Volgens mij hebben we het in de kern allemaal over hetzelfde. Over de Godsbron. We noemen het soms alleen anders.
Een simpele vergelijking om de eenheid in de onderstroom aan te geven: wij in Nederland hebben het over patat en in België noemen ze het friet. Maar het gaat over hetzelfde.